terugkoppeling
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- te·rug·kop·pe·ling
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van terugkoppelen met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | terugkoppeling | terugkoppelingen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de terugkoppeling v
- (elektronica) het terugvoeren van (een deel van) het uitgangssignaal naar de ingang
- overleg met de achterban
Afgeleide begrippen
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord terugkoppeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.