terugkoppelen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- te·rug·kop·pe·len
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van terug bw en koppelen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
terugkoppelen |
koppelde terug |
teruggekoppeld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
terugkoppelen overgankelijk [1]
- een uitgangssignaal terugleiden naar de ingang
- (ideeën) voorleggen aan de achterban
Afgeleide begrippen
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord terugkoppelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.