• ter·mín

termín monbezield

  1. term; een woord of uitdrukking met een bepaalde betekenis
    «Termín studená válka se používá v kontextu druhé poloviny 20. století.»
    De term koude oorlog wordt gebruikt in de context van de tweede helft van de 20e eeuw.
  2. termijn, deadline; een bepaald tijdstip waarop iets gaat gebeuren of iets gebeurd moet zijn
    «Termín pro podání přihlášky do našich kurzů je 10. srpna.»
    De aanmeldingsdeadline voor het onze cursussen is 10 augustus.
  3. termijn; een begrensde tijdruimte waarin iets moet gebeuren
  1. pojem monbezield, výraz monbezield
  2. lhůta v, uzávěrka v
  3. datum o
  • dodržet termín – aan de termijn voldoen
  • náhradní termín – vervangingstermijn
  • platební termín – betaaltermijn
  • poslední termín – de laatste termijn
  • prodloužit termín – de termijn verlengen