• te·ring·wijf
enkelvoud meervoud
naamwoord teringwijf teringwijven
verkleinwoord

het teringwijfo

  1. (pejoratief) onaangename vrouw
    • Voormalig D66-raadslid Heijkoop leidde de werkgeverscommissie die door de gemeenteraad was ingesteld. Ze kreeg grievende uitlatingen zoals ‘leugenachtig rotwijf’ en ‘teringwijf’ naar het hoofd geslingerd. Heijkoop deed ook aangifte van bedreiging nadat Verschuur zou hebben gezegd „ik kan je wel vermoorden”. De rechtbank in Den Haag sprak de fractievoorzitter van Beter Alphen daar eerder overigens van vrij. [1] 
    • Kennelijk alleen om haar Joods-zijn wordt een Joodse vrouw in een lift op haar arm geslagen, meldt het rapport over een ander incident. De vrouw wordt uitgescholden voor „oud, Joods, smerig teringwijf.” [2] 
    • Bij Kuzu voel ik die schaamte niet. Dat komt vermoedelijk doordat hij een ordinaire man is. Als Holleeder het heeft over een 'vies vuil teringwijf', dan gebruikt hij geen woorden waarvoor ik me schaam. [3] 
97 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[4]
  1. Reformatorisch Dagblad 08-09-2015 Toch boete raadslid Alphen voor belediging
  2. Reformatorisch Dagblad J. Visscher 08-12-2015 Rapport: Vaker antisemitische en racistische incidenten
  3. Het Parool THEODOR HOLMAN 11 JULI 2018 De Holleedertaal is Kuzu op het lijf geschreven
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be