Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rot·wijf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rotwijf rotwijven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de rotwijfv

  1. (pejoratief) heel vervelende vrouw
    • De dronken man schold zijn vrouw uit voor 'rotwijf toen zij hem verbood nog meer te drinken. 
Synoniemen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be