terechtbrengen/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van terechtbrengen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | terechtbrengen | terecht te brengen | ||||||||
toekomend | zullen terechtbrengen terecht zullen brengen |
te zullen terechtbrengen terecht te zullen brengen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben terechtgebracht | te hebben terechtgebracht | ||||||||
toekomend | terechtgebracht zullen hebben | terechtgebracht te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
terechtbrengend | terechtgebracht | ev. breng terecht |
mv. verouderd brengt terecht |
brenge terecht (bijzin) terechtbrenge | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | breng terecht | brengt terecht | brengt terecht | brengt terecht | brengt terecht | brengen terecht | brengen terecht | brengen terecht | |||
verleden (o.v.t.) | bracht terecht | bracht terecht | bracht terecht | bracht terecht | bracht terecht | brachten terecht | brachten terecht | brachten terecht | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal terechtbrengen | zult/zal terechtbrengen | zult/zal terechtbrengen | zult terechtbrengen | zal terechtbrengen | zullen terechtbrengen | zullen terechtbrengen | zullen terechtbrengen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou terechtbrengen | zou terechtbrengen | zou(dt) terechtbrengen | zoudt terechtbrengen | zou terechtbrengen | zouden terechtbrengen | zouden terechtbrengen | zouden terechtbrengen | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | terechtbreng | terechtbrengt | terechtbrengt | terechtbrengt | terechtbrengt | terechtbrengen | terechtbrengen | terechtbrengen | |||
verleden (o.v.t.) | terechtbracht | terechtbracht | terechtbracht | terechtbracht | terechtbracht | terechtbrachten | terechtbrachten | terechtbrachten | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal terechtbrengen terecht zal brengen |
zult/zal terechtbrengen terecht zult/zal brengen |
zult/zal terechtbrengen terecht zult/zal brengen |
zult terechtbrengen terecht zult brengen |
zal terechtbrengen terecht zal brengen |
zullen terechtbrengen terecht zullen brengen |
zullen terechtbrengen terecht zullen brengen |
zullen terechtbrengen terecht zullen brengen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou terechtbrengen terecht zou brengen |
zou terechtbrengen terecht zou brengen |
zou(dt) terechtbrengen terecht zou(dt) brengen |
zoudt terechtbrengen terecht zoudt brengen |
zou terechtbrengen terecht zou brengen |
zouden terechtbrengen terecht zouden brengen |
zouden terechtbrengen terecht zouden brengen |
zouden terechtbrengen terecht zouden brengen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb terechtgebracht | hebt terechtgebracht | hebt/heeft terechtgebracht | hebt terechtgebracht | heeft terechtgebracht | hebben terechtgebracht | hebben terechtgebracht | hebben terechtgebracht | |||
verleden (v.v.t.) | had terechtgebracht | had terechtgebracht | had terechtgebracht | hadt terechtgebracht | had terechtgebracht | hadden terechtgebracht | hadden terechtgebracht | hadden terechtgebracht | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal terechtgebracht hebben | zal/zult terechtgebracht hebben | zult/zal terechtgebracht hebben | zult terechtgebracht hebben | zal terechtgebracht hebben | zullen terechtgebracht hebben | zullen terechtgebracht hebben | zullen terechtgebracht hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou terechtgebracht hebben | zou terechtgebracht hebben | zou/zoudt terechtgebracht hebben | zoudt terechtgebracht hebben | zou terechtgebracht hebben | zouden terechtgebracht hebben | zouden terechtgebracht hebben | zouden terechtgebracht hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm terechtgebracht worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt terechtgebracht | er is terechtgebracht | |||||||||
verleden | er werd terechtgebracht | er was terechtgebracht | |||||||||
toekomend | er zal terechtgebracht worden | er zal terechtgebracht zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou terechtgebracht worden | er zou terechtgebracht zijn | |||||||||
lijdende vorm terechtgebracht worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | terechtgebracht worden | terechtgebracht te worden | ||||||||
toekomend | terechtgebracht zullen worden | terechtgebracht te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | terechtgebracht zijn | terechtgebracht te zijn | ||||||||
toekomend | terechtgebracht zullen zijn | terechtgebracht te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word terechtgebracht | wordt terechtgebracht | wordt terechtgebracht | wordt terechtgebracht | wordt terechtgebracht | worden terechtgebracht | worden terechtgebracht | worden terechtgebracht | |||
verleden (o.v.t.) | werd terechtgebracht | werd terechtgebracht | werd terechtgebracht | werdt terechtgebracht | werd terechtgebracht | werden terechtgebracht | werden terechtgebracht | werden terechtgebracht | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal terechtgebracht worden | zult terechtgebracht worden | zult terechtgebracht worden | zult terechtgebracht worden | zal terechtgebracht worden | zullen terechtgebracht worden | zullen terechtgebracht worden | zullen terechtgebracht worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou terechtgebracht worden | zou terechtgebracht worden | zou/zoudt terechtgebracht worden | zoudt terechtgebracht worden | zou terechtgebracht worden | zouden terechtgebracht worden | zouden terechtgebracht worden | zouden terechtgebracht worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben terechtgebracht | bent terechtgebracht | bent/is terechtgebracht | zijt terechtgebracht | is terechtgebracht | zijn terechtgebracht | zijn terechtgebracht | zijn terechtgebracht | |||
verleden (v.v.t.) | was terechtgebracht | was terechtgebracht | was terechtgebracht | waart terechtgebracht | was terechtgebracht | waren terechtgebracht | waren terechtgebracht | waren terechtgebracht | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal terechtgebracht zijn | zult terechtgebracht zijn | zult terechtgebracht zijn | zult terechtgebracht zijn | zal terechtgebracht zijn | zullen terechtgebracht zijn | zullen terechtgebracht zijn | zullen terechtgebracht zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou terechtgebracht zijn | zou terechtgebracht zijn | zou/zoudt terechtgebracht zijn | zoudt terechtgebracht zijn | zou terechtgebracht zijn | zouden terechtgebracht zijn | zouden terechtgebracht zijn | zouden terechtgebracht zijn |