televisieomroep
- te·le·vi·sie·om·roep
- samenstelling van televisie en omroep
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | televisieomroep | televisieomroepen |
verkleinwoord | televisieomroepje | televisieomroepjes |
de televisieomroep m
- (telecommunicatie) het vanuit een centraal punt (studio) via de ether of kabel openbaar verspreiden van berichten in beeld en geluid, volgens een bekendgemaakt programma of formule
- De televisieomroep is een belangrijk communicatiemiddel.
- televisieomroepblad, televisieomroeper, televisieomroeppersoneel, televisieomroepster, televisieomroepstudio
- beeld, camera, microfoon, reportageverbinding, televisiekanaal, televisieontvangst, televisiereportage, televisiezender
1. televisieomroep
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord televisieomroep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.