stekeligheid
- ste·ke·lig·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stekeligheid | stekeligheden |
verkleinwoord |
de stekeligheid v
- het boos en geïrriteerd zijn
- iets waaruit blijkt dat men boos en geïrriteerd is
1. het boos en geïrriteerd zijn
- Het woord stekeligheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Carla de Jong“Geheim leven” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026346132
- ↑
Weblink bron “‘Ik wil heel oud worden’” (30/10/2009), HP de Tijd