vriendelijkheid
- vrien·de·lijk·heid
- afgeleid van vriendelijk met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vriendelijkheid | vriendelijkheden |
verkleinwoord | vriendelijkheidje | vriendelijkheidjes |
de vriendelijkheid v
- het vriendelijk zijn
- ▸ Ik was overweldigd door hun vrijgevigheid en oprechte vriendelijkheid.[1]
- Het woord vriendelijkheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers