Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spon·zig
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van spons met het achtervoegsel -ig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen sponzig sponziger sponzigst
verbogen sponzige sponzigere sponzigste
partitief sponzigs sponzigers -

Bijvoeglijk naamwoord

sponzig

  1. lijkend op een spons dus veerkrachtig, poreus en in staat om water vast te houden
    • Alle luiers hebben grofweg dezelfde opbouw. De kern is van absorberende cellulosepulp, meestal aangevuld met superabsorberende polymeren om het vocht op te slaan. Ze bestaan uit lange en sterk verweven ketens. Onder de elektronenmicroscoop ziet het er sponzig uit. In de poriën kan die microspons tientallen tot zelfs honderden keren zijn eigen gewicht aan water opnemen. Natriumpolyacrylaat zelfs tot duizendmaal. Dat is een liter vocht in één gram polymeer.[1] 
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Mark Mieras nrc 14 april 2003
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be