sluttspurt
- slutt·spurt
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | sluttspurt | sluttspurten | sluttspurter | sluttspurtene |
genitief | sluttspurts | sluttspurtens | sluttspurters | sluttspurtenes |
sluttspurt, m
- (sport) eindsprint, eindspurt (laatste inspanning in een sportwedstrijd)
- (figuurlijk) eindsprint, eindspurt (laatste inspanning in een wedstrijd of test of vóór het einde van een groot werk, project of iets dergelijks)
-
[1]: Sluttspurt i et sykkelløp
Eindsprint in en wielrennen
- slutt·spurt
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | sluttspurt | sluttspurten | sluttspurtar | sluttspurtane |
sluttspurt, m
- (sport) eindsprint, eindspurt (laatste inspanning in een sportwedstrijd)
- (figuurlijk) eindsprint, eindspurt (laatste inspanning in een wedstrijd of test of vóór het einde van een groot werk, project of iets dergelijks)