• slik·ke
  • [zelfstandig naamwoord] Een nevenvorm van slijk. In Nederland is de vorm slik gebruikelijker.
enkelvoud meervoud
naamwoord slikke slikken
verkleinwoord slikje slikjes

de slikkev / m

  1. (aardrijkskunde) een bij eb droogvallende plaat in een getijdenwater
vervoeging van
slikken

slikke

  1. aanvoegende wijs van slikken