• sep·ti·mool

Afgeleid van het Latijnse septimus (zevende)

enkelvoud meervoud
naamwoord septimool septimolen
verkleinwoord septimooltje septimooltjes

de septimoolv / m

  1. (muziek), (verouderd) groep met een ongewoon aantal van zeven muzieknoten of rusten, op een plaats waar het gewone patroon tweedelig is en bijv. 1, 2, 6 of 8 noten zou bevatten.
    • Als symbool voor de septimool markeert men zeven gewone nootsymbolen met een toevoeging, bijv.: “7” of “7:8”.