octool
- oc·tool
- Afgeleid van het Latijnse octo (acht).
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | octool | octolen |
verkleinwoord | octooltje | octooltjes |
- (muziek) een groepje met een ongewoon aantal van acht muzieknoten of rusten, op een plaats waar het gewone patroon, driedelig is en bijv. 3, 6 of 9 noten zou bevatten.
- Als symbool voor de octool markeert men acht gewone nootsymbolen met een toevoeging, bijv.: “8” of “8:6”.
- Het woord 'octool' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.