selfie
- sel·fie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | selfie | selfies |
verkleinwoord | selfietje | selfietjes |
de selfie m
- (fotografie) een foto die iemand van zichzelf heeft genomen (zonder statief of zelfontspanner)
- Zet je die selfie op Facebook?
- ▸ Ik nam een selfie (voor de Southern Terminus), deed met veel moeite mijn rugzak om, draaide mijn neus richting Canada en begon te lopen.[2]
- ▸ Ver voordat iedereen selfies ging maken, was schrijver W.F. Hermans al een groot liefhebber van de zelfkiek, zoals hij die noemde. Hij fotografeerde zichzelf uit verveling, experimenteerzucht of omdat er geen ander model voorhanden was. De ene keer stond hij voor een spiegel in een hotelkamer, een andere keer gebruikte hij de zelfontspanner of was zijn portret zichtbaar in het spiegelende metaal van een sigarettenautomaat.[3]
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord selfie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ selfie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Weblink bron Rachel de Meijer“'Zelfkieken' en andere foto's van W.F. Hermans tentoongesteld” (Zaterdag 20 augustus 2022, 07:43), NOS
- Geluid: selfie (VK) (hulp, bestand)
enkelvoud | meervoud |
---|---|
selfie | selfies |
selfie