Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zelf·kiek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zelfkiek zelfkieken
verkleinwoord zelfkiekje zelfkiekjes

Zelfstandig naamwoord

de zelfkiekm

  1. foto die iemand van zichzelf maakt
     Ver voordat iedereen selfies ging maken, was schrijver W.F. Hermans al een groot liefhebber van de zelfkiek, zoals hij die noemde. Hij fotografeerde zichzelf uit verveling, experimenteerzucht of omdat er geen ander model voorhanden was. De ene keer stond hij voor een spiegel in een hotelkamer, een andere keer gebruikte hij de zelfontspanner of was zijn portret zichtbaar in het spiegelende metaal van een sigarettenautomaat.[1]


Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Rachel de Meijer
    “'Zelfkieken' en andere foto's van W.F. Hermans tentoongesteld” (Zaterdag 20 augustus 2022, 07:43), NOS