schuldenaar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: schuldenaar (hulp, bestand)
Woordafbreking
- schul·de·naar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schuldenaar | schuldenaars schuldenaren |
verkleinwoord | schuldenaartje | schuldenaartjes |
Zelfstandig naamwoord
de schuldenaar m
- iemand die iets (meestal geld) aan iemand anders verschuldigd is
Synoniemen
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. iemand die iets (meestal geld) aan iemand anders verschuldigd is
Gangbaarheid
- Het woord schuldenaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schuldenaar" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ schuldenaar op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be