schoonheidsmasker

 
1. Een schoonheidsmasker dat met een kwastje wordt aangebracht.
  • schoon·heids·mas·ker
enkelvoud meervoud
naamwoord schoonheidsmasker schoonheidsmaskers
verkleinwoord - -

het schoonheidsmaskero

  1. (cosmetica) schoonheidsbehandeling waarbij het gezicht enige tijd helemaal wordt bedekt met een substantie die voor een mooiere huid moet zorgen
    • Ze heeft een groen-met-gele kimono aan en haar halflange, waarschijnlijk pas gewassen want natte donkere haar strak naar achteren gekamd, weg uit haar smalle gezicht dat wordt verlicht door een bijna lichtgevend wit schoonheidsmasker. [1]
    • We zullen dan ook maar kalm en wel het "schoonheidsmasker" afwachten, waarmee elke dame te Philadelphia tegenwoordig zich ter ruste begeeft. Dit masker bedekt het gelaat natuurlijk en wordt met allerlei vetten en oliën besmeerd en bestreken, welke er doorheen trekken en dusdoende de huid zachter maken en verfraaiend [sic!]. [2]