schaarste
- schaars·te
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schaarste | schaarsten schaarstes |
verkleinwoord |
de schaarste v
- (economie) tijd waarin het aanbod van iets veel lager is dan de vraag
- Door de mislukte oogst heerst er schaarste op de graanmarkt.
- arbeidsschaarste, benzineschaarste, brandstofschaarste, energieschaarste, geldschaarste, grondstoffenschaarste, kapitaalschaarste, levensmiddelenschaarste, papierschaarste, voedselschaarste, waterschaarste
1. eerste betekenisomschrijving
schaarste
- verbogen vorm van de overtreffende trap van schaars
- Het woord schaarste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schaarste" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be