Een schaakbord.
  • schaak·bord
enkelvoud meervoud
naamwoord schaakbord schaakborden
verkleinwoord schaakbordje schaakbordjes

het schaakbordo

  1. (schaak) een vierkant bord met 64 donkere en lichte vakjes waarop schaak gespeeld wordt
    • Hij zette het schaakbord vast klaar voor een potje schaak dat hij vanavond met zijn vader zou spelen. 
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be