• schaak·stuk
enkelvoud meervoud
naamwoord schaakstuk schaakstukken
verkleinwoord schaakstukje schaakstukjes

het schaakstuko

  1. een onderdeel van het schaken dat over het schaakbord bewogen wordt
    • Een toren en een paard zijn belangrijke schaakstukken. 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be