rumunský

Slowaaks

Uitspraak

• IPA: /rʊmʊnskiː/

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het zelfstandige naamwoord Rumun met het achtervoegsel -ský

Bijvoeglijk naamwoord

rumunský

1. (demoniem) Roemeens; met betrekking tot het land Roemenië
2. (demoniem) Roemeens; met betrekking tot het volk de Roemenen
3. (taal) Roemeens; met betrekking tot de taal het Roemeens

Verwante begrippen

• rumunčina v
• Rumunka v
• Rumunsko o

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /rʊmʊnskiː/

Woordafbreking

• ru·mun·ský

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het zelfstandige naamwoord Rumun met het achtervoegsel -ský

Bijvoeglijk naamwoord

rumunský

1. (demoniem) Roemeens; met betrekking tot het land Roemenië
2. (demoniem) Roemeens; met betrekking tot het volk de Roemenen
3. (taal) Roemeens; met betrekking tot de taal het Roemeens

Verbuiging

	enkelvoud				meervoud
	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig
	bezield	onbezield			bezield	onbezield
nominatief	rumunský		rumunská	rumunské	rumunští	rumunské		rumunská
genitief	rumunského		rumunské	rumunského	rumunských
datief	rumunskému		rumunské	rumunskému	rumunským
accusatief	rumunského	rumunský	rumunskou	rumunské	rumunské			rumunská
vocatief	rumunský		rumunská	rumunské	rumunští	rumunské		rumunská
locatief	rumunském		rumunské	rumunském	rumunských
instrumentalis	rumunským		rumunskou	rumunským	rumunskými

Hyperoniemen

• evropský

Afgeleide begrippen

• rumunsky (bw.)

Verwante begrippen

• po rumunsku
• Rumunka v
• Rumunsko o
• rumunština v

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)