Nederlands

 
[2] Petrobius maritimus  
 
[3]
 
[4] Chaetops frenatus   (Kaapse rotsspringer)
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • rots·sprin·gers
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rotsspringers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de rotsspringersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord rotsspringer
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (insecten) orde Archaeognatha  , die wereldwijd zo'n 350 soorten omvat
  3. meervoudsvorm als officiële benaming (springspitsmuizen) Petrodromus   een geslacht van zoogdieren uit de familie van de springspitsmuizen (Macroscelididae). De wetenschappelijke naam van de groep werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Wilhelm Peters in 1846. Het geslacht is monotypisch en wordt slechts vertegenwoordigd door de viertenige olifantspitsmuis (Petrodromus tetradactylus)
  4. meervoudsvorm als officiële benaming (zangvogels) Chaetopidae   een monotypische familie van de zangvogels. De rotsspringers zijn middelgrote insectenetende of omnivore vogels in het geslacht Chaetops  ; beide soorten zijn endemisch in Zuid-Afrika. De Kaapse rotsspringer is een bewoner van de west-kaap   en het zuidwestelijk deel van de oost-kaap  . De roodborstrotsspringer komt verspreid voor in de hooglanden van Lesotho en daar rondom
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)


Gangbaarheid

Meer informatie