[1] Surinaamse roti met kip masala
 
[2] roti
  • ro·ti
  • Leenwoord uit het Hindi, in de betekenis van ‘brood’ voor het eerst aangetroffen in 1912 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord roti roti's
verkleinwoord rotietje rotietjes

de rotim

  1. (voeding) Surinaams (Hindoestaans) gerecht van ongerezen brood met kousenband, aardappelen, hardgekookte eieren, groenten en vlees en vooral gekruid met o.a. masala
  2. (zangvogels) (Suriname) bepaald soort vogel met een oranjebruine borst, Sporophila minuta  
90 % van de Nederlanders;
48 % van de Vlamingen.[3]


  • ro·ti

roti

  1. brood