Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • dwerg·dik·bek·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord dwergdikbekje dwergdikbekjes

Zelfstandig naamwoord

het dwergdikbekjeo dim. tant.

  1. (zangvogels) Sporophila minuta   een zangvogel uit de familie tangaren (Thraupidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd als Loxia minuta in 1758 gepubliceerd door Carl Linnaeus. In het Surinaams-Nederlands wordt het vogeltje roti of rowti genoemd
Synoniemen
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie