Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Hin·doe·staan
Woordherkomst en -opbouw
  • [1]-[4] gevormd uit Hindoestan met het achtervoegsel -aan
  • [5] andere weergave uitspraak van het endoniem
enkelvoud meervoud
naamwoord Hindoestaan Hindoestanen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de Hindoestaanm

  1. Surinamer of Surinaamse Nederlander van Indiase afkomst
    • "Wij zullen onze politieke partners kiezen op basis van het doel dat wij in de Surinaamse samenleving willen bereiken, en daarbij met andere partijen samenwerken, ongeacht of deze groeperingen toevallig door een Hindoestaan of Creool worden geleid". [1]
    • De Haagse wethouder Rabin Baldewsingh (PvdA), zelf Hindoestaan, zegt dat Hindoestanen "graag deel willen zijn van het geheel" en zich daarom "onbaatzuchtig en dienstbaar" opstellen. [2]
  2. migrant van India naar het Caraïbisch gebied, of nazaat daarvan
    • Net als in Suriname, Guyana en Trinidad werden in de vorige eeuw ruim 38.000 Hindoestanen uit India naar Jamaica gebracht. Als contractarbeiders. Van Hindoestanen uit Guyana, Trinidad en Suriname horen we regelmatig het een en ander. (…) Wat maakt dat de Hindoestaan uit Jamaica zo onzichtbaar blijft en zich niet tot nauwelijks op Caribisch niveau profileert? [3]
  3. verouderde spelling of vorm van hindoestaan tot 1955: (religie) aanhanger van het hindoeïsme
  4. (geschiedenis) bewoner van Hindoestan
    • Tijdens deze ceremonie, die wat bombastisch dreigt te worden, zal Jerry Bujakawski een opvallende figuur zijn. Hij vormt namelijk de éénmansdelegatie van India. Deze Hindoestaan komt uit op de alpine nummers, evenals het 13-jarige Turkje Ahmed Kibil, die 1.40 meter lang is en veertig kilo zwaar. [4]
  5. (verouderd) schrijfwijze voor Hindoestan
    • Vandaag worden deze plannen aan de Voorindische leiders voorgelegd, doch Reuter weet reeds te berichten, dat men zich in Londen voorstelt hen de dominionstatus aan te bieden voor Hindoestaan (de Hindoe-staat) en Pakistan (die der Mohammedanen). [5]
    • Dit Khabul is verscheiden van 't Khabul, dat aen 't Noorden van Hindoestaan leit. [6]
Schrijfwijzen
Opmerkingen
  • Na 1950 wordt het woord meestal in de betekenis "iemand van Indiaas-Surinaamse afkomst" gebruikt. Omdat "Hindoestan" een historisch begrip is, zijn de betekenissen die daarnaar verwijzen niet meer gangbaar. Het komt wel voor als vertaling van Indiaas Engels Hindustani "Indiër".
  • Vanaf 1955 worden benamingen voor aanhangers van een bepaalde geloofsrichting volgens de officiële spelling met een kleine letter geschreven.
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen