Hindoestaanse
*/ hɪnduˈstansə / (4 lettergrepen)
- Hin·doe·staan·se
- afgeleid van Hindoestaans met het achtervoegsel -e
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Hindoestaanse | Hindoestaansen |
verkleinwoord |
de Hindoestaanse v
- Surinaamse of een Surinaamse Nederlandse van Indiase afkomst
- migrante van India naar het Caraïbisch gebied, of vrouwelijke nazaat daarvan
- (demoniem) (verouderd) vrouwelijke inwoner van Hindoestan, vrouw afkomstig uit Hindoestan
Demoniemen bij Hindoestan in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Hindoestaan • inwoonster: Hindoestaanse • bijvoeglijk: Hindoestaans |
Hindoestaanse
- verbogen vorm van de stellende trap van Hindoestaans
- Het woord Hindoestaanse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.