Nederlands

 
roodmus
Uitspraak
Woordafbreking
  • rood·mus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord roodmus roodmussen
verkleinwoord roodmusje roodmusjes

Zelfstandig naamwoord

de roodmusv / m

  1. (zangvogels) Carpodacus erythrinus   trekvogel
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen