roodmus
- rood·mus
- samenstelling van rood en mus [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | roodmus | roodmussen |
verkleinwoord | roodmusje | roodmusjes |
- (zangvogels) Carpodacus erythrinus trekvogel
- Amerikaanse roodmus, auroraroodmus, bergroodmus, Blanfords roodmus, bleke roodmus, Blyths roodmus, bruine roodmus, Cassins roodmus, Chinese langstaartroodmus, Chinese prachtroodmus, Chinese witbrauwroodmus, donkere roodmus, grote roodmus, himalayaprachtroodmus, himalayawitbrauwroodmus, kleine rozebandroodmus, langstaartroodmus, Mexicaanse roodmus, Pallas' roodmus, Przewalski's roodmus, reuzenroodmus, roze roodmus, rozebandroodmus, Sewertzows roodmus, Sillems roodmus, sinaïroodmus, taiwanroodmus, Tibetaanse roodmus, wenkbrauwroodmus, wijnroodmus, witbuikroodmus
- Indien roodmus wordt beschouwd als individu van de familie of andere groep roodmussen zie dan Hyponiemen roodmussen
1.
- Het woord 'roodmus' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.