Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • wijn·rood·mus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wijnroodmus wijnroodmussen
verkleinwoord wijnroodmusje wijnroodmusjes

Zelfstandig naamwoord

de wijnroodmusv / m

  1. (zangvogels) Carpodacus vinaceus   een zangvogel uit de familie van de Fringillidae   (Vinkachtigen). De wetenschappelijke naam van het geslacht is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1829 door Jules Verreaux  
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie