kleine rozebandroodmus

Nederlands

Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • klei·ne ro·ze·band·rood·mus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kleine rozebandroodmus kleine rozebandroodmussen
verkleinwoord klein rozebandroodmusje kleine rozebandroodmusjes

Zelfstandig naamwoord

de kleine rozebandroodmusv / m

  1. (zangvogels) Carpodacus verreauxii   een zangvogel uit de familie Fringillidae   (Vinkachtigen). Deze soort komt voor in zuidwestelijk en westelijk China en noordelijk en noordoostelijk Myanmar
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie