Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rond·worm
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rondworm rondwormen
verkleinwoord rondwormpje rondwormpjes

Zelfstandig naamwoord

de rondwormm

  1. (wormen) benaming voor dieren uit de stam Nematoda  
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

56 % van de Nederlanders;
57 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen