nematoden
- ne·ma·to·den
- leenvertaling van Neolatijn nematoda, gevormd met Oudgrieks νῆμα (nema) "draad", op te vatten als nematode zn met de uitgang -en
de nematoden mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord nematode
- meervoudsvorm als officiële benaming (wormen) stam Nematoda , ronde langwerpige dieren zonder segmenten, maar met een spijsverteringsstelsel, met vermoedelijk meer dan een miljoen soorten die zijn aangepast aan een grote verscheidenheid van leefmilieus
- Het woord nematoden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.