rivieraaltje
- Geluid: rivieraaltje (hulp, bestand)
- IPA: / riˈviralcə / (4 lettergrepen)
- ri·vier·aal·tje
- [1] afgeleid van rivieraal zn met het achtervoegsel -tje
- [2] samenstelling van rivier zn en aaltje zn [1]
het rivieraaltje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord rivieraal
- dim. tant. (wormen) bepaald soort nematode, Rhabditoides fluviatilis
- Het woord 'rivieraaltje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.