roltrap
- rol·trap
- In de betekenis van ‘rollende trap voor personenvervoer’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1927 [1]
- samenstelling van rol en trap
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | roltrap | roltrappen |
verkleinwoord | roltrapje | roltrapjes |
de roltrap m
- systeem voor het vervoeren van personen tussen twee etages, bestaande uit een trap met omhoog- of omlaagschuivende treden
- De eerste roltrap in Nederland werd in 1926 in het nieuwe gebouw van De Bijenkorf aan de Grote Marktstraat in Den Haag geïnstalleerd door de fa. Fred. Stieltjes uit Amsterdam-Noord, vertegenwoordiger in Nederland van Otis.
1. trap met bewegende treden
- Het woord roltrap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "roltrap" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "roltrap" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be