relační

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /rɛlatʃɲiː/

Woordafbreking

• re·lač·ní

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het zelfstandig naamwoord relace met het achtervoegsel -ční

Bijvoeglijk naamwoord

relační

1. relatie-; met betrekking tot relaties

Verbuiging

	enkelvoud				meervoud
	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig
	bezield	onbezield			bezield	onbezield
nominatief	relační				relační
genitief	relačního		relační	relačního	relačních
datief	relačnímu		relační	relačnímu	relačním
accusatief	relačního	relační			relační
vocatief	relační				relační
locatief	relačním		relační	relačním	relačních
instrumentalis	relačním		relační	relačním	relačními

Afgeleide begrippen

• relačně (bw.)

Synoniemen

• vztahový

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)