regelrecht
- Geluid: regelrecht (hulp, bestand)
- IPA: / ˈreɣəlˌrɛxt / (3 lettergrepen)
- re·gel·recht
stellend | |
---|---|
onverbogen | regelrecht |
verbogen | regelrechte |
partitief | regelrechts |
regelrecht
- zonder omwegen, zonder tijd te verspillen
- Het aantreden van paus Franciscus maakte dat de congregatie schudde op haar grondvesten. „Kunnen jullie geen biertje met elkaar drinken”, had de nieuwe paus gezegd in reactie op door het hoofd van de congregatie voorgestelde maatregelen tegen een oude theoloog. Binnen de congregatie is sprake van regelrechte haat tegen paus Franciscus en van een antipauslobby, stelt Charamsa. [3]
- De manager ging regelrecht op zijn doel af.
- Het woord regelrecht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "regelrecht" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ regelrecht op website: Etymologiebank.nl
- ↑ NRC Pierre Valkering 21 december 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be