• rechts·po·si·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord rechtspositie rechtsposities
verkleinwoord

de rechtspositiev

  1. (juridisch), (sociologie) het geheel van iemands rechten en plichten
    • De interne rechtspositie van de gedetineerden heeft betrekking op zijn rechten en plichten als inwoner van een strafinrichting, m.a.w. op zijn leven binnen de gevangenismuren (intra muros). [1]