Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rech·te
enkelvoud meervoud
naamwoord rechte rechten
verkleinwoord rechtetje rechtetjes

Zelfstandig naamwoord

de rechtev / m

  1. (wiskunde) een rechte lijn
    • De zijden van een driehoek zijn drie rechten. 
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

rechte

  1. datief onzijdig  van recht, archaïsche vorm die in enkele staande uitdrukkingen voorkomt
Uitdrukkingen en gezegden

Bijvoeglijk naamwoord

rechte

  1. verbogen vorm van de stellende trap van recht

Werkwoord

vervoeging van
rechten

rechte

  1. aanvoegende wijs van rechten

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be