ramen
- Geluid: ramen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈramə(n) / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈramə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈramə(n)/
- ra·men
- In de betekenis van ‘schatten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1384 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ramen |
raamde |
geraamd |
zwak -d | volledig |
ramen
- overgankelijk inschatten, vaak middels berekening
- Dat wordt geraamd op drie miljoen euro.
1. inschatten, vaak middels berekening
de ramen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord raam
- Het woord ramen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ramen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "ramen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- IPA: /ramɛn/
- ra·men
ramen