• raad·ple·gen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
raadplegen
raadpleegde
geraadpleegd
zwak -d volledig

raadplegen

  1. overgankelijk een bron van informatie of ervaring aanspreken
    • Zij raadplegen WikiWoordenboek voor de vertaling van dat woord in het Perzisch. 
     Deze app was voor mij in vele opzichten een reddingslijn en ik raadpleegde hem meerdere malen per dag om te zien waar ik me bevond.[1]
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be