Nederlands

 
Het puttertje van Carel Fabritius
Uitspraak
Woordafbreking
  • put·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord putter putters
verkleinwoord puttertje puttertjes

Zelfstandig naamwoord

putter m [2]

  1. (sport) golfclub, gebruikt om te putten
  2. (zangvogels) Carduelis carduelis   kleine bontgekleurde vink die vroeger veel om zijn zang in kooitjes werd gehouden, distelvink
    • Hebt u ook de roman "Het puttertje" van Donna Tartt gelezen? 
Hyperoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
83 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen