Nederlands

 
1. Een przewalskipaard in de dierentuin van Warschau  .
Uitspraak
Woordafbreking
  • prze·wal·ski·paard
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord przewalskipaard przewalskipaarden
verkleinwoord przewalskipaardje przewalskipaardjes

Zelfstandig naamwoord

het przewalskipaardo

  1. (onevenhoevigen) klein wild paard, Equus ferus przewalskii  , dat vroeger in Europa en later alleen nog in Centraal-Azië voorkwam, maar in de jaren zestig van de twintigste eeuw in het wild uitgestorven is en nu alleen nog in dierentuinen leeft
     Begin augustus werd veulentje Kurt geboren; het eerste gekloonde przewalskipaard.[3]
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen