• pro·stře·dí
  • Afgeleid van het zelfstandige naamwoord střed met het voorvoegsel pro- en met het achtervoegsel

prostředí o

  1. omgeving, milieu
    «Chtěl bych, aby se cítil v novém prostředí doma.»
    Ik zou willen dat hij zich in de nieuwe omgeving thuis voelt.