processie
- Geluid: processie (hulp, bestand)
- IPA: / proˈsɛsi / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /proˈsɛˌsi/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /proˈsɛˌsi/
- pro·ces·sie
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘plechtige optocht’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1] [2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | processie | processies |
verkleinwoord | processietje | processietjes |
de processie v
- (religie) optocht van geestelijke en andere gelovigen
- processieboek, processiefrak, processiegewijs, processiegewijze, processiehymne, processiejas, processiekruis, processierups, processieverbod, processievlinder, processievrijheid, processieweg
de processie van Echternach
- iets wat uitzonderlijk traag verloopt
1.
- Het woord processie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "processie" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "processie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ processie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be