• pre·ten·ti·eus
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verwaand’ voor het eerst aangetroffen in 1864 [1]
  • afgeleid van pretentie met het achtervoegsel -eus
  • afgeleid van het Franse prétentieux (met het achtervoegsel -eus) [2] [3]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen pretentieus pretentieuzer pretentieust
verbogen pretentieuze pretentieuzere pretentieuste
partitief pretentieus pretentieuzers -

pretentieus [4]

  1. verwaand, met veel pretenties
    • Opvallend is dat Avant Arte veel kunstwerken plaatst die visueel krachtig zijn, kunstwerken waarbij je misschien makkelijker even blijft hangen wanneer je door je tijdlijn heen scrollt: „We willen niet pretentieus zijn, dus we plaatsen ook geen ingewikkelde teksten bij de werken: alleen de naam van het werk en de kunstenaar. Een klassieke galerie kan nogal intimiderend zijn, wij willen het tegenovergestelde zijn”, legt Luiten uit. „Wat wel grappig om te zien is, is hoe onze volgers in de reacties uitgebreid interpreteren en discussiëren over de kunstwerken.” [5] 
     Goldie vond de naam Van Go duidelijk veel te pretentieus, omdat hij iets te veel aandachttrekkende Van Go-experimenten had meegemaakt en hij vond het hoog tijd om mij nu op mijn plek te zetten.[6]
     Vanavond werd ik verplicht om naast graaf Bryston plaats te nemen, een pretentieuze blaaskaak die zeer weinig aan het hof is geweest. Hij is de bestuurder van een of ander godverlaten moerasland in het noorden en verkeert blijkbaar in de veronderstelling dat hij, vanwege de loyaliteit van zijn voorouders aan het koningshuis, over de koninklijke familie mag zeggen wat hij wil.[7]
94 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[8]