poseren/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van poseren | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | poseren | te poseren | ||||||
toekomend | zullen poseren | te zullen poseren | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben geposeerd | te hebben geposeerd | ||||||
toekomend | geposeerd zullen hebben | geposeerd te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
poserend | geposeerd | ev. poseer |
mv. verouderd poseert |
posere | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | poseer | poseert | poseert | poseert | poseert | poseren | poseren | poseren | |
verleden (o.v.t.) | poseerde | poseerde | poseerde | poseerde | poseerde | poseerden | poseerden | poseerden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal poseren | zult/zal poseren | zult/zal poseren | zult poseren | zal poseren | zullen poseren | zullen poseren | zullen poseren | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou poseren | zou poseren | zou(dt) poseren | zoudt poseren | zou poseren | zouden poseren | zouden poseren | zouden poseren | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb geposeerd | hebt geposeerd | hebt/heeft geposeerd | hebt geposeerd | heeft geposeerd | hebben geposeerd | hebben geposeerd | hebben geposeerd | |
verleden (v.v.t.) | had geposeerd | had geposeerd | had geposeerd | hadt geposeerd | had geposeerd | hadden geposeerd | hadden geposeerd | hadden geposeerd | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal geposeerd hebben | zal/zult geposeerd hebben | zult/zal geposeerd hebben | zult geposeerd hebben | zal geposeerd hebben | zullen geposeerd hebben | zullen geposeerd hebben | zullen geposeerd hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geposeerd hebben | zou geposeerd hebben | zou/zoudt geposeerd hebben | zoudt geposeerd hebben | zou geposeerd hebben | zouden geposeerd hebben | zouden geposeerd hebben | zouden geposeerd hebben |