Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • po·ly·an·drie
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘huwelijk van vrouw met meerdere mannen’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • afgeleid van het Griekse 'anèr' (man) met het voorvoegsel poly- [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord polyandrie polyandrieën
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de polyandriev

  1. (sociologie) huwelijk van een vrouw met meer dan één man tegelijkertijd
  2. (biologie) het voorkomen van veel meeldraden in elke bloem
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

53 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen