Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • po·ho·ří
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het zelfstandige naamwoord hora met het voorvoegsel po- en met het achtervoegsel

Zelfstandig naamwoord

pohoří o

  1. (geologie) gebergte, bergketen; een verzameling van bergen die met elkaar een groter geheel vormen
Verbuiging
Synoniemen
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
Verwante begrippen

Meer informatie

Verwijzingen

Werkwoord

pohoří

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het perfectieve werkwoord pohořet
  2. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het perfectieve werkwoord pohořet