• IPA: /pɔtʃɛt/

počet m

  1. aantal
  2. (wiskunde) rekening


  • IPA: /pɔtʃɛt/
  • po·čet

počet monbezield

  1. aantal
    «Počet králíků v králíkárně se rovná nule.»
    Het aantal konijnen in het konijnenhok is gelijk aan nul.
  2. (wiskunde) rekening
    «Cauchy definoval základy integrálního počtu jako limitu určitého typu součtu.»
    Cauchy heeft de be beginselen van de integraalrekening gedefinieerd als een limiet van een bepaalde type som.
  1. množství o, kvantum o
  2. vyúčtování o, kalkul monbezield