rozpočet m

  1. (financieel) begroting


  • IPA: /rɔspɔtʃɛt/
  • roz·po·čet
  • Afgeleid van het zelfstandige naamwoord počet met het voorvoegsel roz-

rozpočet monbezield

  1. (financieel) begroting
    «Rozpočet na tento rok byl schválen zastupitelstvem města.»
    De begroting voor dit jaar werd goedgekeurd door de gemeenteraad van de stad.
  • dodržet rozpočet – binnen de begroting blijven
  • překročit rozpočet – de begroting overschrijden
  • státní rozpočet monbezield – rijksbegroting
  • vytvořit rozpočet – een begroting opstellen